Henriette Feith

Henriette Feith (sopraan)
Wilbert Hazelzet (traverso)
Cassandra Luckhardt (gamba)
David van Ooijen (theorbe)

Dit programma staat geheel in het teken van de Franse barokmuziek, gespeeld door barokspecialisten pur sang. Uit de tijd van de Zonnekoning klinkt Marin Marais (muziek voor gamba solo), Jaques Martin Hotteterre (suite voor fluit) en Nicolas Clerembault (de cantata Orphee). Met Jean-Phillippe Rameau (Les Indes Galantes), Jacques Morel (gamba solo) en Francois Bouvard hoort u muziek uit de tijd van Lodewijk XV. Het programma bevat ook de veel vroegere luitliederen van Michel Lambert en Bertrand de Bacilly. Alleskunner Constantijn Huygens, bewonderaar van deze muziek, bracht in 1647 zijn bundel Pathodia Sacra et Profana uit, waaruit tijdens het concert ook twee Franse stukken te horen zullen zijn.
Het Franse impressionisme blijkt heel geschikt voor authentieke instrumenten. Ravel’s ‘La Flute Enchantee’ en Debussy’s Syrinx voor solo fluit, uit 1913, mysterieus en zwoel, krijgen met de traverso een heel bijzondere extra lading.

Apollo Ensemble:
David Rabinovich en Lilia Slavny (viool)
Yoshiko Marita (altviool)
Cassandra Luckhardt (cello)
Robert Franenberg (contrabas)
Henriette Feith (sopraan)

Dit programma staat in het teken van de uitzonderlijke componist Luigi Boccherini. Een componist uit de klassieke stijlperiode die vaak over het hoofd wordt gezien, maar die in zijn tijd in een adem werd genoemd met zijn tijdgenoot Joseph Haydn. Boccherini’s elegante en rijkgeschakeerde strijkkwartetten en -kwintetten worden gelukkig weer vaker geprogrammeerd, maar zijn vocale muziek is op de concertpodia nog steeds een zeldzaamheid. In dit programma staat het wonderschone Stabat Mater voor sopraan en strijkkwintet centraal.

Henriette Feith (sopraan) &
Kamermuziekensemble POLLUX
Nico Hovius, dirigent

Berio * Ginastera * Jacob * Hovius

Luciano Berio’s Folksongs voor zang en ensemble is een liederencyclus uit 1964. Deze compositie is een van zijn meest toegankelijke werken en heeft zijn plaats intussen ingenomen tussen de prominente klassieke composities. Het werk bevat arrangementen van negen traditionele volksliederen uit landen als Armenië, Frankrijk, Italië en Amerika. De liederen worden in verschillende talen vertolkt en zijn zeer origineel en interessant geïnstrumenteerd.

In het programma FOLKSONGS wordt Berio’s werk gecombineerd met volkslied arrangementen van de Argentijnse componist Alberto Ginastera (Cantos del Tucuman). Instrumentaal intermezzo is de Suite van Gordon Jacob, voor altviool en klarinet. Tenslotte klinken oud-Nederlandse liederen in een bewerking speciaal voor deze bezetting, gearrangeerd door dirigent Nico Hovius.

Henriette Feith (sopraan) &

Artonis pianotrio:
Frank Oppedijk (piano)
Anoek Brokaar (viool)
Willem Stam/ Sebastiaan van Halsema (cello)

Beethoven * Haydn * Quilter * Clarke * Elgar * Poldowski * Debussy * Chausson * Shostakovich * Heggie * Piazolla * Bernstein

Een origineel programma voor sopraan en pianotrio. Met liederen en instrumentale werken die naadloos van pastoraal Engels naar broeierig, impressionistisch Frans overvloeien en via gepassioneerd Russisch en Amerikaans bij de tango uitmonden.

Allereerst Schotse volksliederen voor zang en pianotrio door Beethoven en Haydn. Engelse volksmuziek klinkt daarna ook in de arrangementen van Roger Quilter en Rebecca Clarke. Van Edward Elgar worden twee werken met Franse titels (La Capricieuse en Chanson de Matin) gespeeld, die naar het impressionisme van de Belgisch-Engelse componiste Poldowski (L’heure exquise) en de jonge Claude Debussy (Pianotrio) leiden. Drie heel verschillende stukken verbeelden vervolgens het verdriet om de afwezige, l’absent (Ernest Chausson: Chanson Perpetuelle), een intense ontlading in De Storm van Dmitri Shostakovich en het wonderschone, berustende What Lips my Lips have Kissed van de Amerikaanse componist Jake Heggie (1961), waarin een prachtige rol is weggelegd voor de cello. Alles komt samen bij Astor Piazolla (Invierno porteño, Chiquilin, Primavera porteña). Leonard Bernstein besluit het programma met het intieme Dream with Me.

Henriette Feith (sopraan)
Maurice Lammerts van Bueren (piano)

Schumann * Faure * Poulenc * Milhaud * Rorem * Argento * Bolcom * Korngold * Duke

Wereldsteden in een multimediaal liedrecital. Henriette Feith en pianist Maurice Lammerts van Bueren werken al sinds hun studie aan het Conservatorium van Amsterdam met grote regelmaat samen, onder andere voor de Vereniging Vrienden van het Lied. Een gedeelde fascinatie voor het Amerikaanse liedrepertoire leidde eerder tot opname van de cd Curiosity Killed …. In het programma Metropolis worden Venetië, Parijs, Rotterdam, Londen, Rome, Wenen en New York in liederen van o.a. Schumann, Faure, Poulenc en Milhaud ten tonele gebracht. Bijzonder aan dit programma is ook, dat er tijdens de liederen foto’s en filmfragmenten van de bezongen steden geprojecteerd worden.

Henriette Feith (sopraan)
Izhar Elias (gitaar)
Levan Tskhadadze (klarinet)

Schubert * Schumann * Kancheli * Wallace * Giuliani * Bassi * Rodrigo * Vaughan Williams

Een stijlperiode overstijgend programma met klassiek, romantisch en hedendaags repertoire. Schubert en Schumann, vocalises van Vaughan Williams, opzwepende Georgische muziek en Italiaanse operavariaties komen langs, naast een speciaal voor deze combinatie geschreven compositie van de Amerikaanse componist Frank Wallace.

Izhar Elias (winnaar Nederlandse Muziekprijs 2011) vormt al een aantal jaren een succesvol duo met klarinetvirtuoos Levan Tskhadadze. Een ontmoeting met Henriette Feith resulteerde in het ontstaan van dit trio. Een klarinet-gitaar duo is bijzonder in de klassieke muziek, deze combinatie met sopraan is zeker ook niet alledaags. Het blijkt een even ongewone als eensgezinde combinatie te zijn.

‘Three of a Kind..?’ Oordeel zelf!

Henriette Feith (sopraan) & Izhar Elias (gitaar)

Een vocaal programma met muziek van Schubert, Mertz, Giuliani, Ravel, Rodrigo, Tarragó, De Ruiter, Walton, Britten, Villa-Lobos en De Falla.

Bijzonder recital voor sopraan en gitaar. Sopraan Henriette Feith en gitarist Izhar Elias nemen de luisteraar mee naar 19^e-eeuwse romantiek, naar Griekse en Spaanse zettingen van volksmuziek, naar Britten, Walton en muziek van de Nederlander Wim de Ruiter.

Izhar Elias speelt Schubert, Mertz en Giuliani op een originele Weense gitaar uit 1834, zoals Schubert die zelf ook bezat. Het is een schitterend instrument, met een veel krachtiger en voller geluid dan je zou verwachten. Het maakt volkomen duidelijk waarom de gitaar in die periode zo’n populair instrument was. Naast oorspronkelijke composities voor zang en gitaar komen in dit programma ook arrangementen aan bod, zoals van de bekende cyclus Cinq Mélodies Grècques van Maurice Ravel. Het wekt verbazing dat Ravel zelf geen gitaarcomposities op zijn naam heeft staan; zo vanzelfsprekend klinkt zijn muziek met dit instrument. De Spaanse componist Joaquin Rodrigo mag natuurlijk niet ontbreken. Naast het eenvoudige, ontroerende lied Adèla wordt zijn beroemde Concierto d’Aranjuez even aangestipt met het lied Aranjuez, ma pensée. De veel onbekendere Graciano Tarragó benadrukt het Spaanse temperament nog maar eens, voordat het lied In time of Daffodils van Wim de Ruiter uit 1993 het roer volledig omgooit. Bij de Ruiter staat het gedicht van E.E. Cummings centraal. De tekst stelt dat ”the goal of living is to grow”: een pleidooi voor persoonlijke groei door simpelweg te leven en te leren. De Ruiter’s doorlopende zestiende beweging in de gitaar, ritmisch wisselend gegroepeerd, lijkt de zangpartij, lyrischer, vooruit te willen stuwen: kom op, lééf! Hierna volgen de liederen van Walton en Britten, die dankzij tenor Peter Pears en gitarist Julian Bream beiden veel voor zang en gitaar hebben gecomponeerd. Walton grijpt terug op anonieme Engelse 17^e-eeuwse teksten; de liederen van Britten zijn op Chinese teksten. In al deze liederen zijn gitaar en zang volkomen gelijkwaardig aan elkaar. De lyriek van de gitaar en gezongen tekst vullen elkaar aan; ze zijn eigenlijk elkaars begeleiders. Een kleine uitstap naar Zuid-Amerika met Modinha van Villa-Lobos doet weer beseffen dat we diens muziek, zo vaak geïnspireerd door volksmuziek, veel te weinig horen. Gevraagd of zijn composities van hemzelf waren of uit de volksmuziek stamden, antwoordde Villa-Lobos overigens: “I am folkore” (…) “A truly creative musician is capable of producing, from his own imagination, melodies that are more authentic than folklore itself.” Als laatste klinken twee liederen uit de beroemde cyclus van Manuel de Falla (Siete Canciones Españolas). Met deze welhaast onverbiddelijke Spaanse muziek sluit het programma af.

Programma:

Franz Schubert (1779-1828):
• Schäfers Klagelied
• Frühlingsglaube
• Auf dem Wasser zu singen

Johann Kaspar Mertz (1806-1856):
• Élégie (gitaar solo)

Mauro Giuliani (1781-1829):
Uit: Sei Ariette op.95
• Ombre Amene
• Fra tutte le pene

Gioachino Rossini (1792-1868) – Mauro Giuliani:
• Ah, quel giorno! (gitaar solo)

Maurice Ravel (1875-1937):
Cinq Mélodies Grècques, arr. Eugenia Kanthou
• Le réveil de la Mariée
• Là-bas vers l’église
• Quel galant m’est comparable
• Chants des ceuilleuses
• Tout gai

Joaquin Rodrigo (1901-1999):
Uit: Canciones Españolas:
• Adele
• Aranjuez, ma Pensée

Graciano Tarragó (1892-1973):
• Jaeneras

Wim de Ruiter (1943-2017):
Uit: Four Songs ( E.E.Cummings)
• In time of daffodils

William Walton (1902-1983):
Uit: Anon in Love
• Stay sweet Love
• My Lady when I behold the roses
• Bagatelle (gitaar solo)

Benjamin Britten (1913-1976):
Uit: Songs from the Chinese
• The Old lute
• The Herd-Boy

Heitor Villa-Lobos (1887-1957):
• Serestas: nr.5: Modinha

Manuel de Falla (1876-1946):
Uit: Siete canciones Españolas
• El paño moruno
• Polo

Henriette Feith (sopraan) & David van Ooijen (theorbe)

Duo programma rondom de Florentijnse componiste Francesca Caccini. Dit programma is uit te breiden met Jasper Schweppe, bariton, en Cassandra Luckhardt, gamba.

Youtube: https://youtu.be/Fq01-IeDAo4

Henriette Feith (sopraan)
Sinon Vural (bariton)
Maurice Lammerts van Bueren (piano)

Een liedrecital met afwisselend Franse en Amerikaans liederen en duetten. Vrolijk, ontroerend en geestig. Met muziek van, oa, zoals Arthur Honegger, Francis Poulenc, Ned Rorem, Samuel Barber en William Bolcom.

Henriette Feith (sopraan)
David van Ooijen (theorbe)
Cassandra Luckhardt (gamba)
Lidewij van der Voort (viool)

Een origineel barokconcert met muziek van allerlei barokcomponisten, behalve J.S.Bach. De instrumentalisten -op authentieke instrumenten- en zangeres laten werken horen van vroege barokcomponisten als Claudio Monteverdi en Giulio Caccini. Maar ook van hun navolgers en verdere ontwikkelaars van deze stijl, waaronder drie vrouwelijke componisten (Francesca Caccini, Isabella Leonarda en Élisabeth Jacquet de la Guerre). De 17e eeuw was voor vocale èn instrumentale muziek een bloeiperiode; er zullen dan ook solo werken voor de drie instrumenten te horen zijn. Er wordt, naast Italiaanse en Duitse, ook verfijnde Franse barokmuziek ten gehore gebracht, met werken van drie componisten die tegelijkertijd aan het hof van Lodewijk XIV werkzaam waren. Instrumentale solowerken, cantates, en liederen zullen elkaar afwisselen in een bonte verzameling van veelal onbekende en prachtige barokmuziek.

Cécile van de Sant (mezzosopraan)
Henriette Feith (sopraan)
Francien Post (fluit)
Judith Jamin (harp)

In het programma Écoute, mon coeur staat muziek centraal dat òf speciaal voor sopraan, mezzosopraan, harp en fluit is geschreven, òf er uitermate geschikt voor is gebleken. Zo ontstaat een bont palet van liederen, duetten en instrumentale werken van uiteenlopende componisten als Caplet, Granados, Rodrigo,Piazolla, Lasala, Ravel maar ook.. Händel. Met de even professionele als gedreven musici komt hier een concert uit voort vol weemoed, verlangen en een gezonde dosis humor.

Arte Duo:
Lineke Lever (piano)
Aubrey Snell (saxofoon)
& Henriette Feith (sopraan)

In dit programma vormen piano, saxofoon en zang een combinatie die je in de klassieke muziek niet zo vaak tegenkomt. Het Arte Duo, dat al jaren pleitbezorger is van de saxofoon als klassiek instrument, en Henriette Feith onderzochten wat er samen mogelijk zou zijn, en kwamen uit op een opmerkelijk en verrassend programma. Het programma Sax Chantant laveert behendig tussen de romantiek van Schubert en de evenzo vocaal ingestelde Diepenbrock , de late Poulenc, de Brit Arthur Bliss, de Spaanse saxofoon componist Pedro Iturralde en Nederlander Joost Kleppe. Deze laatste heeft speciaal voor deze combinatie liederen gecomponeerd op teksten van Annie M.G.Schmidt.

Henriette Feith (sopraan)
Kaspar Kröner (countertenor)
Maurice Lammerts van Bueren (piano)

Mendelssohn * Reger * Vaughan Williams * Duke * Strauss * Heggie * Schermann.

Een hoge mannenstem en een hoge vrouwenstem samen in een Liedrecital. Een gedurfde zet, twee “trebles” in één programma, maar het belooft wat! Naast een gevarieerde selectie liederen en duetten wordt de coutertenorcyclus “Encoutertenor” ten gehore gebracht van de succesvolle Amerikaanse componist Jake Heggie. Bijzonder is de samenwerking met de jonge Amersfoortse componiste Noëmi Schermann. Zij schreef speciaal voor dit programma en deze bezetting een compositie.

Apollo Ensemble:
David Rabinovich en Lilia Slavny (viool)
Marion Boshuizen (klavecimbel)
Thomas Oltheten (fagot)
& Henriette Feith (sopraan)

In een intiem kerstconcert klinken verwachting, jubel en stille verwondering door in werken van Bach, Händel, Telemann, Hahn en Vondel. Sopraan en viool vormen een haast vanzelfsprekend duo in meerdere aria’s en instrumentale afwisseling wordt geboden door de triosonate in Bes van Telemann en vioolsonate in F van Händel. Oude kerstmelodieën zoals ‘I wonder as I wander’ zullen klinken en met een fraaie Kerstcantate van Telemann wordt het programma besloten.

Utrecht String Quartet:
Eeva Koskinen en Katherine Routley (viool)
Mikhail Zemtsov (altviool)
Sebastian Koloski (cello)
& Henriette Feith (sopraan)

H. Bosmans (1895-1952):
Strijkkwartet (1927)

H. Berlioz (1803-1869)/arr. M. Knigge (*1984):
Les Nuits d’Été

K. Szymanowski (1882-1937):
Strijkkwartet nr. 1 in C, op. 37

M. Weinberg (1919-1996):
Three Palms for Soprano and String Quartet, op. 120